D 34 Max. Betriebsdruck 10,5 bar Max. Benutzungsdruck 10 bar ELEKTROKOMPRESSOREN MODELLE AB Max. Betriebsdruck 10,5 bar Max. Benutzungsdruck 10 Anm.: Die Kompressoren mit zwei Stufen können auf Anfrage für eine Benutzung mit bis zu 14 bar geliefert werden. In diesem Fall: Max. Betriebsdruck 14,75 bar Max. Benutzungsdruck 14 Das Silent Modell besteht aus dem AB Modell, das durch ein schalldämmendes Gehäuse ergänzt wurde. Die technischen Daten und Richtlinien dieses Handbuchs für die AB Modelle gelten auch für die daraus entwickelten Silent Modelle. vor Witterungseinflüssen geschützt gelagert werden. Solange der Kompressor nach dem Auspacken nicht benutzt wird, sollte er bis zur Inbetriebnahme bzw. In Produktionspausen mit Planen abgedeckt werden, damit sich kein Staub auf den Mechanismen ablagert. Nach einer längeren Zeit der Nichtbenutzung sollten das Öl gewechselt und die Funktionstüchtigkeit überprüft werden. DRUCKLUFTANSCHLUSS Sicherstellen, dass immer Druckluftleitungen verwendet werden, die für den max. Betriebsdruck des Kompressors geeignet sind. Nie versuchen, defekte Leitungen zu reparieren. WIR BEHALTEN UNS DAS RECHT VOR, JEDERZEIT UND OHNE VORANKÜNDIGUNG ÄNDERUNGEN VORZUNEHMEN. ANMERKUNG: Für den europäischen Markt werden die Kessel der Kompressoren gemäß EU-Richtlinie 2009/105 gefertigt. Für den europäischen Markt werden die Kompressoren gemäß EU-Richtlinie 2006/42 gefertigt. Gemessene Schallpegel in einem Abstand von 4 m ±3dB(A) bei max. Betriebsdruck (Tabelle 3) Betriebleistung (Tabell3 3) GM VX CV/kW RPM dB(A) CV/kW RPM dB(A) 0.65/0.5 1450 73 1.5/1.1 1450 75 0.65/0.5 2850 75 2/1.5 1700-1450 75 0.75/0.65 1700-1450 73 2.5/1.8 1450 75.5 1.5/1.1 3400-2850 75 3/2.2 2850 80 2/1.5 3450-2850 77 / / / 2.5/1.8 2800 77 AB Mod. CV/kW dB(A) CCS 2 – 1.5 72 AB 268 2 – 1.5 72 AB 348 3 – 2.25 74 AB 415 3 – 2.25 76 AB 515 4 – 3 78 AB 498 4 – 3 74 AB 538 4 – 3 71 AB 598 5.5 – 4.1 75 AB 678 5.5 – 4.1 74 AB 858 7.5 – 5.5 76 AB 998 10 - 7.5 78 AB 1000 10 – 7.5 77 NÜTZLICHE RATSCHLÄGE FÜR EINEN EINWANDFREIEN BETRIEB – Für einen einwandfreien Dauerbetrieb der Maschine unter Volllast sicherstellen, dass die Raumtemperatur +25°C nicht überschreitet. – Es wird empfohlen, den Kompressor in einer Stunde max. zu 70% bei Volllast einzusetzen, um einen lang andauernden Betrieb zu gewährleisten. EINLAGERUNG DES KOMPRESSORS MIT UND OHNE VERPACKUNG Solange der Kompressor nicht benutzt wird, sollte er in der Verpackung an einem trockenen Ort bei einer Temperatur zwischen +5°C und +45°C
35 NL BELANGRIJKE INFORMATIE Aandachtig alle instructies voor de werking, de raadgevingen voor de veiligheid en de waarschuwingen in het instructiehandboek lezen. Het merendeel van de ongelukken bij gebruik van de compressor is te wijten aan het niet respecteren van de elementaire veiligheidsregels. Als men tijdig de potentieel gevaarlijke situaties identificeert en de aangepaste veiligheidsregels in acht neemt, vermijdt men ongelukken. De fundamentele regels voor de veiligheid worden opgesomd in het deel “VEILIGHEID” van dit handboek en ook in het deel dat over het gebruik en het onderhoud van de compressor handelt. De gevaarlijke situaties die moeten vermeden worden om alle risico’s op ernstige verwondingen of schade aan de machine te voorkomen zijn aangeduid in het deel “WAARSCHUWINGEN” op de compressor of in het instructiehandboek. Nooit de compressor gebruiken op onaangepaste wijze, maar enkel zoals aangeraden door de constructeur, tenzij men volledig zeker is dat er geen gevaar bestaat, noch voor de gebruiker noch voor de personen in de omgeving. BETEKENIS VAN DE SIGNAALWOORDEN WAARSCHUWINGEN: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, als ze genegeerd wordt, ernstige schade kan veroorzaken. VOORZORGEN: duidt op een gevaarlijke situatie die, als ze genegeerd wordt, lichte schade kan veroorzaken aan personen en aan de machine. NOTA: benadrukt een essentiÎle informatie VEILIGHEID BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK IN VEILIGHEID VAN DE COMPRESSOR. OPGELET: HET ONAANGEPASTE GEBRUIK EN HET SLECHTE ONDERHOUD VAN DEZE COMPRESSOR KUNNEN FYSIEKE VERWONDINGEN VEROORZAKEN BIJ DE GEBRUIKER. OM DEZE RISICO’S TE VERMIJDEN VRAGEN WIJ AANDACHTIG DE VOLGENDE INSTRUCTIES TE VOLGEN. ALLE INSTRUCTIES LEZEN 1. DE BEWEGENDE DELEN NIET AANRAKEN Nooit uw handen, vingers of andere lichaamsdelen dichtbij de bewegende delen van de compressor brengen. 2. NOOIT DE COMPRESSOR GEBRUIKEN ZONDER DAT DE BESCHERMINGEN GEMONTEERD ZIJN Nooit de compressor gebruiken zonder dat alle beschermingen perfect op de juiste plaats gemonteerd zijn (vb. stroomlijnkappen, kettingbeschermer, veiligheidsklep) als het voor onderhoud of werking nodig is deze beschermingen te verwijderen, u ervan vergewissen, alvorens de compressor opnieuw te gebruiken, dat de beschermingen goed vastzitten op hun originele plaats. 3. ALTIJD EEN BESCHERMINGSBRIL GEBRUIKEN Altijd een berschermingsbril of gelijkwaardige beschermingen gebruiken voor de ogen. De samengeperste lucht op geen enkel deel van uw eigen lichaam of dat van een ander richten. 4. BESCHERM UZELF TEGEN ELEKTRISCHE SHOCKS Toevallige aanrakingen van het lichaam met de metalen delen van compressor zoals buizen, tanks of metalen delen verbonden met de aarde, vermijden. Nooit de compressor gebruiken in aanwezigheid van water of in een vochtige omgeving. 5. DE COMPRESSOR ONTKOPPELEN De compressor van de elektrische bron ontkoppelen en de tank volledig drukvrij maken alvorens eender welk werk, inspectie, onderhoud, schoonmaak vervanging of controle van elk deel uit te voeren. 6. ONVOORZIEN OPSTARTEN De compressor niet transporteren terwijl hij verbonden is met de elektrische bron of wanneer de tank onder druk staat. Zich ervan vergewissen dat de schakelaar van de drukregelaar in de OFF stand staat alvorens de compressor met de elektrische bron te verbinden. 7. DE COMPRESSOR OP AANGEPASTE MANIER OPBERGEN Als de compressor niet gebruikt wordt moet die in een droog lokaal geplaatst worden ver van atmosferische factoren. Uit de buurt van kinderen houden. 8. WERKPLAATS De werkplaats schoon houden en de zone eventueel vrij maken van onnodig gereedschap. De werkplaats goed ventileren. De compressor niet gebruiken in aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gas. De compressor kan vonken produceren tijdens de werking. De compressor niet gebruiken in situaties waar zich verfstoffen, benzine, chemische middelen, kleefstoffen en alle andere brandbare of explosieve materialen bevinden. 9. UIT DE BUURT VAN KINDEREN HOUDEN Vermijden dat kinderen of eender welke andere persoon in contact komt met de voedingskabel van de compressor, alle niet geautoriseerde personen moeten op een veilige afstand van de werkplaats gehouden worden. 10. WERKKLEDIJ Geen volumineuze kledij of juwelen dragen, deze zouden kunnen gevangen worden door de bewegende delen. Indien nodig een kap dragen die het haar bedekt. 11. GEEN MISBRUIK MAKEN VAN DE VOEDINGSKABEL De stekker niet los maken door aan de voedingskabel te trekken. De kabel uit de buurt houden van warmte, olie of van snijdende oppervlakken. Niet op de elektrische kabel trappen of hem platdrukken met onaangepaste gewichten. 12. DE COMPRESSOR MET ZORG ONDERHOUDEN De instructies volgen voor het smeren (niet geldig voor oilless). De voedingskabel regelmatig controleren en als hij beschadigd is moet hij hersteld of vervangen worden door een geautoriseerde assistentiedienst. De buitenkant van de compressor controleren op zichtbare afwijkingen. Zich eventueel wenden tot de dichtstbijzijnde assistentiedienst. 13. ELEKTRISCHE VERLENGSNOEREN VOOR HET GEBRUIK BUITEN Als de compressor buiten gebruikt wordt enkel elektrische verlengsnoeren gebruiken die geschikt zijn voor gebruik buiten en daarvoor gemerkt zijn. 14. OPGELET Letten op wat u doet. Gebruik uw gezond verstand Gebruik de compressor niet als u moe bent. De compressor mag nooit gebruikt worden als u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen die slaperigheid kunnen veroorzaken. 15. DEFECTE DELEN OF LUCHTVERLIES CONTROLEREN Alvorens de compressor opnieuw te gebruiken, als een bescherming of andere delen beschadigd zijn, moeten deze grondig gecontroleerd worden om vast te stellen of ze kunnen functioneren zoals voorzien in veiligheid. De uitlijning van de bewegende delen, buizen, manometers, drukreductiemachines, pneumatische verbindingen en elk ander deel dat belang kan hebben bij een normale werking controleren. Elk beschadigd deel moet correct hersteld of vervangen worden door een geautoriseerde assistentiedienst of vervangen zoals aangeduid in het instructieboekje.
Laden...
Laden...